De informatie en mededelingen die door Metis Advocaten op deze website worden aangeboden, kunnen Metis Advocaten op geen enkele manier verbinden en zijn louter informatief. Wij beogen juiste en precieze informatie te verstrekken, maar deze informatie kan niet beschouwd of gebruikt worden als advies m.b.t. een welbepaald probleem.

Metis Advocaten aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid wegens het aanwenden en toepassen van deze informatie en mededelingen zonder ter zake te zijn geraadpleegd.

Door naar de pagina’s op de website door te klikken en deze te bezoeken, verklaart de bezoeker expliciet voormelde bedingen te aanvaarden en te erkennen.

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst in ‘Corona’ tijden – opzegtermijn ging onmiddellijk in, maar wordt sinds 22 juni 2020 dan toch geschorst

Een werkgever die een opzegtermijn betekende aan een werknemer die – door de Covid19-pandemie – werkloos was wegens overmacht, realiseerde tot voor kort een besparing op zijn loonkosten: werkloosheid wegens overmacht was immers niet opgenomen in de lijst van schorsingen van de opzegtermijn, waardoor de opzegtermijn gewoon doorliep tijdens de periode van werkloosheid wegens overmacht. Niet de werkgever, maar wel de overheid, betaalde op die manier de opzegtermijn van de betrokken bediende.

Dat kon niet de bedoeling zijn vonden een aantal parlementsleden en zij dienden een wetsvoorstel in om te verhelpen aan dit “achterpoortje” in onze wetgeving.

Het oorspronkelijke wetsvoorstel voorzag zelfs in terugwerkende kracht en zou dus van toepassing worden op alle opzeggingen die betekend waren na 1 maart 2020.

Na tal van amendementen en een vernietigend advies van de Raad van State heeft de wetgever dan toch beslist de retroactiviteit achterwege te laten.

Vanaf 22 juni 2020 wordt de opzegtermijn die door een werkgever aan een werknemer werd betekend dus wel degelijk geschorst tijdens een periode van werkloosheid wegens overmacht.

Er is nog één uitzondering op deze nieuwe regel: opzegtermijnen die reeds lopende waren vóór 1 maart 2020 worden niet geschorst door een periode van werkloosheid wegens overmacht.

Voor opzegtermijnen die reeds afgelopen waren vóór 22 juni 2020 verandert deze nieuwe wet niets: die opzegtermijnen werden dus de facto betaald door de overheid en niet door de werkgever, tenzij de RVA natuurlijk vroeg of laat zou beslissen dat er niet voldaan zou zijn aan de voorwaarden van werkloosheid wegens overmacht. De kans dat een dergelijk scenario zich zou voordoen, lijkt ons klein, maar is niet geheel uit te sluiten. Een verwittigd man is er twee waard.

Voor vragen omtrent dit en andere arbeidsrechtelijke thema’s kan u terecht bij Metis Advocaten, pb@metisadvocaten.be.

23 juni 2020