De informatie en mededelingen die door Metis Advocaten op deze website worden aangeboden, kunnen Metis Advocaten op geen enkele manier verbinden en zijn louter informatief. Wij beogen juiste en precieze informatie te verstrekken, maar deze informatie kan niet beschouwd of gebruikt worden als advies m.b.t. een welbepaald probleem.

Metis Advocaten aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid wegens het aanwenden en toepassen van deze informatie en mededelingen zonder ter zake te zijn geraadpleegd.

Door naar de pagina’s op de website door te klikken en deze te bezoeken, verklaart de bezoeker expliciet voormelde bedingen te aanvaarden en te erkennen.

De criminalisering van het Belgisch scheepvaartrecht

Met de invoering van het nieuw Belgisch Scheepvaartwetboek zet de internationale trend tot criminalisering van het scheepvaartrecht zich onverminderd door.

Met de hercodificatie wordt deze repressieve trend bevestigd en is het wetgevend kader terzake alleszins als instrument veel hanteerbaarder.

Anders gezegd, het strafbaar karakter van diverse scheepvaartregels wordt plots ook zichtbaar voor de instanties belast met de naleving ervan.

De strafrechtelijke en administratieve sancties die werden uitgevaardigd werden ondergebracht onder Boek 4 dat, anders dan de overige boekdelen, grotendeels reeds op 6 april 2020 van kracht werd (het Scheepvaartwetboek is van toepassing sedert 1 september 2020).

Het Scheepvaartwetboek hanteert 7 niveaus van bestraffing, die in stijgende lijn de scheepvaartmisdrijven sanctioneren.

De niveaus 1, 2 en 7 betreffen enkel geldboetes, gaande, voor niveau 1, van € 10,00 tot € 200,00 (te vermenigvuldigen met de opdeciemen, op dit ogenblik 8. M.a.w. bedragen de boetes van niveau 1 € 800,00 tot € 1.600,00).

In niveau 7 is er sprake van strafrechtelijke of administratieve geldboetes gaande van € 250.000,00 tot € 1.000.000,00, hetzij van € 2 mio tot € 8 mio. Dat zijn betekenisvolle sancties die de reder hard kunnen treffen.

In de niveaus 3, 4, 5 en 6 worden de scheepvaartmisdrijven eveneens bestraft met gevangenisstraffen gaande van 6 maanden tot (zelfs) levenslang (in niveau 6).

Sommige schijnbaar onbeduidende regels werden strafbaar gesteld. Zo wordt de kapitein of eigenaar van een Belgisch zeeschip dat niet voorzien is van een geldige meetbrief, bestraft met een sanctie van niveau 3 (€ 50,00 tot € 5.000,00 X8), weze het dat er geen gevangenisstraf wordt opgelegd.

De niet-naleving van regels inzake veiligheid en milieu worden bestraft met sancties van niveau 4, 5 en 7, waarbij zeer hoge boetes kunnen worden opgelegd.

Zelfs de niet-naleving van het zgn. COLREG – Verdrag wordt bestraft met sancties van niveau 5 (opsluiting van 5 tot 15 jaar en/of een strafrechtelijke of administratieve boete van € 5.000,00 tot € 100.000,00). Het COLREG – Verdrag is het Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee (Londen, 20 oktober 1972).

Luidens artikel 4.1.2.47. van het BSW wordt “eenieder” die het COLREG – Verdrag overtreedt met een sanctie van niveau 5 bestraft.

Dit betekent zeer concreet dat bij aanvaringen, waarbij in bijna alle gevallen alle betrokken schepen verantwoordelijkheid dragen, de bemanning strafbaar is voor de inbreuken op de aanvaringsregels.

Ervan uitgaande dat aanvaringen op zee toch zeldzaam zijn, en gezegd kan worden dat een opzettelijke aanvaring niet voorkomt, kan men nadrukkelijk de vraag stellen wat de beweegredenen van de wetgever kunnen geweest zijn om dergelijk zwaar strafrechtelijk sanctieregime in te voeren.

Opvallend is dat voor alle scheepvaartmisdrijven de sanctie van de administratieve geldboete gehanteerd wordt.

Te verwachten valt dan ook dat de scheepvaartmisdrijven vooral via dit instrument financieel beteugeld zullen worden. Hoe dit gehanteerd zal worden valt af te wachten en zal vooral afhankelijk zijn van de middelen die aan de bevoegde instanties zullen worden toegekend.

Meer hierover in een volgende korte bijdrage.

12 mei 2021