Corona praktisch – afbouwen van de dienst na verkoop wegens overmacht?
Een bedrijf dat een product met onderhoudsservice op de markt brengt, vraagt zich af of het, nu corona tot noodzakelijke besparingen binnen de firma moet leiden, de minder lucratieve onderhoudsservice eenzijdig kan stopzetten.
Kortom, kan voor de lopende dienstverlening naar de kopers toe corona als overmacht ingeroepen worden om die dienstverlening stop te zetten?
Het is duidelijk dat dit niet zomaar kan. Indien er een contractuele plicht tot het verlenen van onderhoudsservice bestaat, kan het bedrijf dit enkel om coronaredenen stopzetten wanneer corona als overmacht zou gelden. De vraag stelt zich dan niet alleen of corona en zijn gevolgen voor de bedrijfsvoering een onvoorzienbaar en onvermijdbaar gegeven was, maar tevens of daardoor de uitvoering van de onderhoudsservice ook onmogelijk wordt.
Overmacht is namelijk alleen bevrijdend wanneer de uitvoering van het contract werkelijk onmogelijk is. Dat lijkt hier niet het geval te zijn. De coronacrisis heeft misschien tijdelijk voor opschorting van de werkzaamheden gezorgd, maar met een versoepeling van alle maatregelen in het vizier kan de activiteit hernomen worden, zij het dat die vandaag door extra begeleidende maatregelen misschien minder lucratief wordt.
Het gegeven dat de uitvoering van een contract moeilijker en bezwarender (minder lucratief) wordt, maar niet onmogelijk, is geen overmacht maar hoogstens imprevisie. En imprevisie vormt in het Belgische recht geen bevrijdingsgrond.
Wie denkt dat hij contractuele plichten eenzijdig kan afbouwen denkt dus beter twee keer na, en vraagt best tijdig juridisch advies.
11 juni 2020