De informatie en mededelingen die door Metis Advocaten op deze website worden aangeboden, kunnen Metis Advocaten op geen enkele manier verbinden en zijn louter informatief. Wij beogen juiste en precieze informatie te verstrekken, maar deze informatie kan niet beschouwd of gebruikt worden als advies m.b.t. een welbepaald probleem.

Metis Advocaten aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid wegens het aanwenden en toepassen van deze informatie en mededelingen zonder ter zake te zijn geraadpleegd.

Door naar de pagina’s op de website door te klikken en deze te bezoeken, verklaart de bezoeker expliciet voormelde bedingen te aanvaarden en te erkennen.

Nieuw buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht een stap dichterbij

Op 8 maart 2023 werd het wetsvoorstel houdende boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek ingediend door de heer Koen Geens en mevrouw Katja Gabriëls (https://lnkd.in/eRN2wzPr). Na de inwerkingtreding van de bepalingen van het nieuwe boek 5 voor de contractuele verbintenissen, komt met dit wetsvoorstel een globale vernieuwing ook op het terrein van de verbintenissen uit de onrechtmatige daad, in zicht.

In het oud Burgerlijk Wetboek regelen momenteel amper zes artikelen het gehele contentieux van de buitencontractuele aansprakelijkheid, wat in schril contrast staat met het sterk toegenomen belang van de betwistingen in deze materie. Het Belgische aansprakelijkheidsrecht is dan ook in essentie pretoriaans recht.

Dit voorstel is het resultaat van het werk van de Commissie voor de hervorming van het aansprakelijkheidsrecht en volgt een aantal krachtlijnen: een duidelijkere en meer leesbare structuur voor het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht voorzien, codificatie van belangrijke rechtspraak en ten slotte ook vernieuwen op een aantal gebieden waar de rechtspraak onzeker of tegenstrijdig is. Tegelijk is het de bedoeling om het gemeenrechtelijke karakter van de bepalingen van het oud BW te respecteren en wordt het slachtoffervriendelijk perspectief nooit ter discussie gesteld.

De structuur bestaat uit 7 hoofdstukken met in totaal 57 wetsartikelen.

Hoofdstuk 1 met “Inleidende bepalingen”, innoveert alvast ingrijpend inzake de moeilijke materie van de samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. De Commissie kiest ervoor om het huidige uitgangspunt van een principieel samenloopverbod om te keren. De benadeelde in een contractuele relatie kan in de toekomst kiezen of hij een contractuele dan wel een buitencontractuele vordering instelt, maar de wederpartij kan verweermiddelen inroepen die voortvloeien uit de wetgeving inzake bijzondere contracten, contractuele bedingen (bv. een samenloopverbod) en verjaringsregels van toepassing op het contract. Er wordt ook een einde gesteld aan de quasi-immuniteit van de hulppersonen van de medecontractant.

In hoofdstuk 2 komen de (fout)aansprakelijkheid voor eigen daad, de aansprakelijkheid voor andermans daad en de aansprakelijkheid voor zaken en dieren aan bod. Hier wordt vooral de ouderlijke aansprakelijkheid meer in lijn gebracht met familierechtelijke ontwikkelingen en wordt ook een nieuw vermoeden van aansprakelijkheid voor andermans daad geïntroduceerd.

Hoofdstuk 3 betreft het oorzakelijk verband, met als vernieuwend element vooral de proportionele aansprakelijkheid bij causale onzekerheid, en het vierde hoofdstuk behandelt de schadevereiste met bijzondere aandacht voor schade die het gevolg is van een aantasting van de fysieke integriteit.

Hoofdstuk 5 handelt over de gevolgen van de aansprakelijkheid, met name de schadeloosstelling. Zonder de vergoedende functie van het aansprakelijkheidsrecht in vraag te stellen, kent het voorstel aan de rechter in bepaalde gevallen de bevoegdheid toe om de benadeelde een deel van de door de aansprakelijke gemaakte winst toe te kennen als bijkomende vergoeding.

Hoofdstuk 6 bevat de mogelijkheid voor de rechter om een bevel of verbod op te leggen om een wettelijke regel die een welbepaald gedrag voorschrijft te doen naleven om dreigende schade te voorkomen en bevestigt aldus de preventieve functie van het aansprakelijkheidsrecht.

Het laatste hoofdstuk ten slotte, is gewijd aan bijzondere aansprakelijkheidsregimes. Daarin komt momenteel enkel de aansprakelijkheid voor producten met gebreken op grond van de wet van 25 februari 1991 aan bod, maar in de toekomst kunnen hieraan eventueel andere bijzondere aansprakelijkheidsregimes worden toegevoegd. Het voorstel gaat niet in op de vergoedbaarheid van ecologische schade.

Wordt vervolgd …

9 maart 2023